De pinguïn
Coen 5 jaar geleden 0 DierenPinguïns behoren tot de niet vliegende zeevogels die je alleen kunt vinden op het zuidelijk halfrond. Deze niet vliegende zeevogel behoort tot de klasse Aves. De moderne pinguïn die wij kennen behoort tot de familie van de Spheniscidae, toch zijn er soorten die buiten deze groep behoren maar deze zijn uitgestorven.
Pinguïns zijn unieke dieren, ze zijn zeer makkelijk te onderscheiden van andere vogelsoorten. De pinguïn heeft zichzelf goed aangepast aan de extreme kou en de zee. De vacht van de pinguïn bestaat uit een warm verenkleed. Pinguïns gebruiken hun vleugels op een andere manier dan dat andere vogelsoorten dit doen. Pinguïns gebruiken hun vleugels om zich voort te bewegen terwijl andere vogelsoorten de vleugels gebruiken om te vliegen. Dankzij de vleugels kan een pinguïn tot wel 30 kilometer per uur door het water zwemmen.
Voedsel
De pinguïn is een carnivoor, ze vinden hun voedsel in het water. Ze eten vooral kreeftachtigen, kleine inktvisjes en andere vis. Wat zij onderling vangen is toch wel heel divers. De keizerpinguïn is de grootste soort, deze eet voornamelijk ijsvissen, inktvissen en krill. Lantaarnvissen worden voornamelijk gegeten door de koningspinguïn, maar deze eet ook wel eens inktvissen maar niet zo vaak als andere pinguïn soorten. Er zijn ook nog drie kleinere soorten pinguïns, zo is er de adelie-, ezels- en stormbaanpinguïn. Deze drie kleine soorten overleven voornamelijk van het eten van krill. Uit een onderzoek uit 2011 is gebleken dat het krill afneemt, hierdoor zijn er ook steeds minder adelie- en stormbaanpinguïns. In de laatste dertig jaar zijn deze sterk afgenomen. Onderzoekers denken dat dit komt door de opwarming van de aarde zou er minder krill te vinden zijn in de zuidpoolzeeën.
Broeden & nestelen
Als pinguïns gaan broeden of nestelen doen ze dit in de schaduw. Om zich tegen de zon te beschermen gaan ze zich vestigen in gaten of holen en verbeteren deze plekken met takjes en ander soort restmateriaal. Soms bouwen pinguïns een nest van stenen en leggen meestal 2 tot 3 eieren. Tijdens het broeden van het ei lossen de ouders elkaar af. Als de ene ouder op het ei zit te broeden, dan gaat de ander op pad voor voedsel. Zodra de jongeren uit het ei komen gaan de ouders op dezelfde manier te werk, ze lossen elkaar nog steeds af op zoek naar voedsel.
Alleen de grootste pinguïn soorten maken geen nest om te broeden maar broeien het ei onder hun eigen poten, onder een beschermde huidplooi van de buik. Alleen bij keizerpinguïns broedt het mannetje, dit gebeurd vaak tijdens hele koude zuidelijke winters van juli tot en met augustus. In deze periode zijn er soms wel temperaturen van -70°C en gaan de vrouwtjes op pad om voor het eten te zorgen. Iedereen kent het typische loopje van een pinguïn dat zo kenmerkend is. Het is een soort waggelend loopje, dit loopje wordt veroorzaakt doordat het eigenlijk op zijn hurken loopt. Het kniegewricht van een pinguïn is een stuk hoger en het heupgewricht ligt een stuk lager.