Amfibieën
Een amfibie is koudbloedig dier. De naam van amfibie komt uit Griekenland van het woord amphi-bios wat dubbel leven betekent. Dit verwijst weer naar de amfibie omdat een amfibie zowel op land als water kan leven.
Tot de amfibieën behoren 3 groepen kikkers, salamanders, en wormsalamanders in totaal zijn er hiervan circa 7500 soorten hiervan zijn er circa 6600 kikkers en padden ongeveer 700 salamanders en ongeveer 200 wormsalamanders. Sinds 2010 zijn er alleen al meer dan 75 nieuwe soorten amfibieën ontdekt dit is een super grote stijging in vergelijking met daarvoor. Sinds 1995 dragen deze dieren officieel de naam amfibieën.
Huid
Amfibieën die in het water leven hebben een zuurstof doorlatende huid waardoor de huid heel erg dun is. Maar de meeste amfibieën hebben wel aanpassingen om in een koeler gebied een winterslaap te houden. Een typisch kenmerk van de huid van een amfibie is dat de huid vele klieren bevat. Alle amfibieën produceren ook gifstoffen of andere irriterende substantie middels die vaak zichtbaar zijn op de kop achter het oog. Amfibieën moeten net als reptielen regelmatig vervellen maar, amfibieën doen dit in de nacht en binnen een hele snelle tijd waardoor dit maar zelden word waargenomen door een mens. De huid is vliesachtig en heel dun en word meestal na het vervellen opgegeten.
Spierstelsel
De meeste amfibieën komen nogal sloom over maar, ze hebben bijna allemaal een goed ontwikkeld spierenstelsel waarmee salamanders bijvoorbeeld snel weg kunnen schieten kikkers grote afstanden kunnen springen en de graafachtige zich snel onder de grond kunnen verplaatsen.
Ademhaling
Amfibieën ademen niet net als de mens via hun middenrif en ribben maar vullen de longen door middel van keelademhaling. Als de longen nog leeg zijn sluiten ze de verbinding tussen de longen en de keelholte en openen ze de neusgaten zo word de bodem van de keelholte naar beneden verplaatst en word de bek met lucht gevuld. Daarna sluiten ze de neusgaten en worden de longen gevuld met lucht door de spierwerking in het lichaam word de lucht weer de keelholte ingepompt de neusgaten openen zich en de mondbodem word omhoog gebracht daarna herhaald het proces zich weer opnieuw.
Evolutie
De eerste amfibieën ontstonden vermoedelijk ongeveer 350 jaar geleden uit bepaalde vissoorten. Algemeen worden Rhipidistia (een vis soort van vroeger) gezien als de voorouders van de amfibieën. De eerste fossielen van deze vis kwamen voor in de laten jaren van het devoon (een tijdperk van vroeger) het oudste fossiel dat gevonden is is 368 miljoen jaar oud en gevonden in Schotland. Een stukje later in het tijdperk begonnen de amfibieën zich te ontwikkelen en kwamen er meerder soorten zoals zwemende en pootloze amfibieën deze amfibieën hebben zich ontwikkeld uit benige vissen die een grote verspreiding hadden tijdens de opkomst van de amfibieën. Er is echter nog geen conclusie of de amfibieën zijn ontstaan uit longvissen waarmee ze veel gelijkenis hebben of dat ze ontstaan zijn uit de straalvissen of enige andere vis families. Uit amfibieën zijn ook weer voor ouders ontwikkeld van bijvoorbeeld vogels reptielen en zoogdieren.
