Vogels
Er bestaan verspreidt over heel de wereld maar liefst 10.507 verschillende soorten vogels waarvan 232 families, 2284 geslachten en 40 orden.
Coen 8 jaar geleden 0 Natuur en wetenschapVogels algemeen
Er bestaan verspreidt over heel de wereld maar liefst 10.507 verschillende soorten vogels waarvan 232 families, 2284 geslachten en 40 orden. Er zijn bepaalde kenmerken die vogels ten opzichte van andere gewervelde dieren hebben. Net zoals zijn zoogdieren zijn vogels warmbloedig. Over het algemeen kunnen vogels vliegen, maar daar zijn een paar uitzonderingen van bijvoorbeeld onder anderen de struisvogels, pinguïns, emoes, kasuarissen en nandoes. De vogels baren hun nakomelingen door middel van eieren te leggen met een harde schaal en ze lopen op twee poten. Hieronder staan er een paar verschillende soorten vogels beschreven met bijbehorende kenmerken.
Ooievaar
In Nederland kom je vaak de ooievaar tegen. De ooievaar is een carnivoor en eet meestal voedsel van de grond en uit ondiep water van een meer. De ooievaar maakt een nest met grote takken en gebruikt dat nest soms een aantal jaar. Per jaar legt het vrouwtje vier eieren. Om de beurt voeren de ouders samen de jongen en broeden ze uit. Tussen de 58 en 64 dagen verlaten de jongen van de ooievaars het nest en worden vervolgens nog nog zeven tot twintig dagen gevoed door de ouders ervan. Een ooievaar herken je aan de grote vleugels waarmee ze enorme slagen kunnen maken. Ze hebben een witte kleur met zwarte vleugelranden. De vleugelspanwijdte van de ooievaar ligt tussen de 195 en 215 cm in en de lengte van de ooievaar ligt tussen de 95 en 110 cm. Overigens hebben ze rode poten en een rode snavel die puntig naar voren staan. Met deze snavel kan de ooievaar hun prooi zo van de grond pikken, uit het ondiepe water en tijdens het vliegen.
Huismus
De huismus komt uit een groep van zangvogels. Ze hebben een bruinachtige vacht met een dikke snavel. Je kan ze meestal vinden in schuren of houten vogelmuisjes die aan de bomen hangen. Hun voedsel bestaat uit zaden en insecten, ze verblijven meestal op dezelfde plek en maken daar hun woonomgeving van. De lengte van de huismus ligt tussen de 160 en 165 mm. Het mannetje verschilt met het vrouwtje van kleur en patroon. Het mannetje heeft een grijze vacht met grijze wangen, een zwarte borst en keel. Meestal heeft het mannetje ook een zwart masker en draagt een witte stip die zich achter het oog bevindt. Het vrouwtje heeft daarin tegen minder contrastrijke tekeningen. Ze heeft een lichte streep over het oof heen en enkele tekeningen op de rug en de vleugels. Het vrouwtje heet meer een effen lichtgrijze kleur van vacht en in ruitijd van het mannetje en het vrouwtje is hun verenkleed amper te herkennen.
Merel
De merel kan je herkennen aan het zwarte verenkleed en de oranje geelachtig kleur snavel. Deze vogel heeft rondom het oog een oranje-gele cirkel. Het vrouwtje is over het algemeen hetzelfde gebouwd als het mannetje, maar het vrouwtje heeft een minder opvallende vacht en hierbij is het verenkleed bruin van kleur. De jongen van de merel lijken op een volwassen vrouwtje, maar de veertoppen zijn nog licht van de kleur. De merel eet voornamelijk insecten, wormen, slakken en vruchten. Deze vogel legt meestal ook drie tot vier nesten per jaar en voedt de jongen op. De merel was eerst schuw voor de mensen, maar door de tijd heen is dit veranderd en de overige schuwe merels komen nog alleen in het bos voor. De merel behoort tot de groep van zangvogels en kunnen een lengte bereiken van 24 tot 25 cm. De merel heeft meer dan een miljoen aantal broedparen.
Nachtegaal
Een van de andere soort vogels is een nachtegaal. Deze vogels leven voornamelijk in een struikgewas. De nachtegaal is nauwelijks of niet te zien, want deze vogel blijft verscholen, maar het geluid kan je duidelijk horen. Het gezang van de nachtegaal hoor je meestal in de nacht of in de schemering, hierdoor is deze vogel aan zijn naam gekomen. Wanneer de nachtegaal zich wel laat zien zie je een vogel met een roodbruine staart en stuit en ook het grote is geheel op het zwarte oog te zien. Wanneer het winter wordt trekt deze vogel voornamelijk naar de savannes van Afrika. Wanneer de vogels in het voorjaar weer terugkomen, kiezen de mannetjes vervolgens hun eigen territorium. Door hun gezang wordt hun aanwezigheid bekend gemaakt. Er zijn minder vrouwtjes dan mannetjes en dat zorgt ervoor dat sommige mannetje meerdere vrouwtjes hebben en een gedeelte van de mannetjes blijft over zonder partner. Het gezang van de nachtegaal is tot diep in de zomer te horen. De lengte van deze vogels liggen tussen de 15 en 16 cm in en er zijn rond de 7000 broedparen.
Meerkoet
De meerkoet herken je door de zwarte veren en het witte gedeelte op het voorhoofd, hiermee is deze vogel één van de makkelijkste vogels die je zou kunnen herkennen. De witte vlek op het voorste gedeelde van het hoofd van het mannetje is groter dan die bij het vrouwtje. Het witte gedeelte wat, ook de witte plaat wordt genoemd, is in het najaar kleiner dan in het voorjaar. De kreet van de vogel is vaak te horen en klinkt bij het mannetje als een piek en bij het vrouwtje als een kouw. Deze vogel behoort tot de groep van de watervogels en vliegt nauwelijks. De meerkoet heeft dan ook moeite om uit het water naar boven te komen. In Nederland is deze watervogel veel te zien dat komt doordat de meerkoet op bijna ieder stilstaand water aanwezig is . Het nest dat deze vogel maakt is slordig en groot en komt voort uit meerdere materialen dan alleen uit takken. Het nest bestaat dan ook uit materialen die dichtbij te vinden zijn en wordt vaak gebouwd aan de oever of in het midden op het water. De meerkoeten zijn vaak alleen of in een stel, maar in de winter vormen ze met zijn allen een grote groep. Wanneer de vorst komt en deze vogels ingesloten worden door ijs, zoeken ze groeperen ze om zo samen het wak in het water open.
Blauwe reiger
De blauwe reiger is een redelijk grote vogel en is makkelijk te herkennen omdat deze vogels meestal langs de waterkanten staan. De blauwe reigers die al volwassen zijn hebben een kop die wit gekleurd is met zwarte wenkbrauwstrepen die doorlopen tot op het achterhoofd. Deze vogels eten voedsel dat bestaat uit vis en kleine dieren. Deze vogel staat vaak stil in het water of op de oever en wacht op het juiste moment om de prooi te kunnen vangen. Ze wachten net zolang tot deze dicht genoeg bij hun is en dan slaan ze toe. Wanneer ze de prooi met een snelle stoot van de navel gevangen worden slikken ze ze door. Lopend wordt er ook gejaagd waarbij ze met langzame stappen tijdens hun looptocht even hun snavel in het land of ondiep water stopt om een insect of vis te pikken. Overigens heeft de blauwe reiger een lange hals die is opgevouwen in de vorm van een s. Deze vogel heeft een langzame vleugelslag, waarbij deze vleugels blijven gebogen. Het nest dat de blauwe reiger maakt, wordt gebouwd in kleine kolonies in de toppen van oude bomen of op een hoge paal. Het nest bestaat voornamelijk uit grote bos takken en deze vogel gebruikt het nest meerdere jaren.