Rode panda
De rode panda of kleine panda leeft in Azië en is een bedreigde diersoort. De rode panda eet bamboe net als de reuzenpanda. Ze noemen hem ook wel katbeer. De rode panda is familie van de wasbeer en lijkt daar ook een beetje op. Hij heeft ook het zelfde formaat als een wasbeer en is dus veel kleiner dan de reuzenpanda.
soorten rode panda’s
Er zijn heel veel soorten panda’s die familie zijn van de rode panda. Helaas zijn al deze andere soorten uitgestorven. De rode panda leeft in natte en koude bossen in de bergen. Vaak leven ze in de buurt van water en zijn alleen. Overdag slapen ze het meest in een boom. Luipaarden zijn de vijand van de panda’s. de rode panda verspreid zijn sterke geur om andere kleine panda’s weg te jagen als ze te dicht in zijn leefgebied komen. Het liefst leven ze in het halfdonker of in de nacht. De panda is erg lenig en kan goed in bomen klimmen. Hij heeft een vijfde vinger die hij net als de reuzenpanda als een soort duim gebruikt. Daarmee kan pakt hij stengels vast. Hij haalt de bladeren er met mond en tanden af. Hij vermaalt de bladeren eerst en slikt ze dan door. De panda eet ook eikels, bessen, wortels en soms insecten. De panda houd zicht er stil of verstopt zich snel waardoor hij moeilijk te vinden is. De grote van de panda is ongeveer 35 tot 40 centimeter. De lengte van zijn staart tot kop is 80 tot 110 centimeter. Zijn staart is dus ongeveer even lang als zijn lichaam. Hun vacht is rood bruin met witte en zwarte vlekken. Hun dikke vacht beschermt tegen de kou. De panda is een schemerdier en kan niet goed tegen de warmte van de zon. Hij is dan ook vroege in de ochtend en in de avond actief. Ze brengen hun tijd vooral in bomen door. Ze hebben brede poten en ze gebruiken hun nagels tijdens het klimmen. De panda’s glijden minder snel uit doordat ze haar onder hun voetzolen hebben.
Gewoontes
Rode panda’s zijn voornamelijk schemerig – actief bij zonsopgang of zonsondergang – maar ze kunnen op elk moment van de dag actief zijn, volgens de National Zoo. Het zijn solitaire wezens; mannetjes zijn territoriaal en markeren hun territorium met sterke geur van de geurklier aan de basis van hun staart. Als stinkdieren kunnen rode panda’s de geur ontketenen wanneer ze bang zijn om een roofdier af te weren. Als dat niet werkt, staan ze op hun achterpoten en slaan ze met de klauwen op hun voorpoten af.
Deze wezens brengen het grootste deel van hun tijd door in bomen, eten en slapen zonder de noodzaak om voet op aarde te zetten. Ze houden ook van liggen op takken om te zonnebaden terwijl ze slapen. Het kan een beetje koud worden ’s nachts waar de rode panda’s leven, dus om warm te blijven, verpakken ze zichzelf in hun pluizige staarten. Wanneer de temperatuur aanzienlijk daalt, kunnen rode panda’s inactief worden. Hun metabolisme wordt lager en neemt slechts om de paar uur toe om ze wakker te maken zodat ze naar voedsel kunnen zoeken.
Als ze wakker worden, verzorgen rode panda’s zichzelf als katten. Ze likken hun voorpoten en gebruiken ze om hun vacht af te vegen in plaats van een volledig tong-tot-bonzen bad.
