Goudse kaas is een erg bekende kaassoort dat het meest wordt verkocht en gegeten in de hele wereld. Het is een vettige en romige kaassoort met veel smaak en daardoor is het ook erg populair in de hele wereld. Het gewicht van Goudse kaas ligt tussen de 0,5 en de 16 kilogram. Het vetgehalte van Goudse kaas ligt tussen de 48% en de 51%. In kaas zit calcium, maar er zitten ook vitamines A, B en D in. Goudse kaas bevat in vergelijking met andere soorten kaas weinig vitamine B12, maar wel meer vitamine K2.

Veel mensen weten niet dat Goudse kaas niet in Gouda, maar in de Krimpenerwaard wordt gemaakt. Elke dag wordt er aan de Goudse Boerenkaas op de kaasboerderijen gewerkt door de grote vraag ernaar. In Nederland wordt er circa 750.000 ton Goudse kaas gemaakt maar daarvan is maar 2% echt.

Om een kilo kaas te maken wordt er 10 liter melk gebruikt. Als eerst wordt de melk in een grote kaastobbe gepompt. De melk wordt verwarmd en de vaste stoffen worden verbonden door de melk in te dikken, dit noemt men stremmen. In de melk wordt zuursel en stremsel bij gedaan, als eerst wordt er zuursel bij gedaan. Door zuursel bij de melk toe te voegen geeft het de kaas een lekkere smaak en zorgt het voor een lange houdbaarheid. Na een half uur wordt het stremsel erbij gedaan zodat de melk uiteindelijk dik en puddingachtig wordt. Dit wordt ‘wrongel’ genoemd. Vervolgens wordt de wrongel geroerd en fijngesneden, waardoor er een scheiding ontstaat tussen de wrongel en het vloeibare bestanddeel. Daarna wordt er een deel van de wei afgeschept. Vervolgens gaat er heet water bij de kaas en wordt de wei weer afgeschept. Kort daarna wordt de wrongel in een kaasvorm gedaan. De deksel van de kaasvorm wordt erop gezet en de vorm moet omgekeerd neergezet worden om uit te lekken. Daarna moet de kaas er weer uitgehaald worden om gekeerd te worden. Dan wordt de kaas geperst. Eerst wordt dit goed gedaan met half gewicht en na een aantal uren moet de kaas weer gekeerd worden en wordt het vervolgens zwaarder geperst. Door de kaas te persen krijgt het een goede vorm. Na het persen moet de kaas uit de vorm gehaald worden en een nacht drogen. Na het drogen moet de kaas in het pekel bad en ook hierin moet de kaas gekeerd worden. Na het persen wordt de kaas gezouten, dit wordt gedaan in een pekel bad en dit is nodig voor de stevigheid van de kaas, de houdbaarheid en natuurlijke voor de smaak. Als laatst moet de kaas in de rijpingskast en wordt het elke dag gekeerd. Na ongeveer 6 weken is de kaas klaar om gebruik van te maken. Om oude kaas te krijgen moet je wachten en elke dag blijven keren.

In Goudse kaas zitten een aantal ingrediënten, dit zijn: zuursel, zout, stremsel, gepasteuriseerde koemelk en vet 48+.